Maandag zijn we met de boot naar Nissyros geweest. Dit is een vulkaaneiland. Tig jaar geleden, geloof 50.000 jaar geleden is deze vulkaan voor het laatst uitgebarsten. Sindsdien is het een slapende vulkaan. Het eiland heeft nog geen 1.000 inwoners. Het enige echte dorpje daar is wel heel gezellig met kleine steegjes en overhangende bloemen over de balkons. De huisjes hebben de karakteristieke witte kleur met blauwe kozijnen en deuren. We hebben nog bij de slapende vulkaan gekeken, daar stonk het naar rotte eieren. Er kwam een zwavellucht uit de krater.
Dinsdag hebben we weer een rustdag gehouden en woensdag hebben we voor de verandering een boottocht gehouden. Dit keer een jacht en zijn we bij 3 verschillende eilanden gestopt. Bij de eerste hebben we alleen aan het strand gelegen en bij de tweede zijn we het dorpje in geweest en hebben we daar gegeten. We zijn nog langs een eiland gekomen waar maar 1 persoon woont. Lekker gezellig. De heenweg hebben we nog een schildpad gezien in het water en ook nog vliegende vissen. Als laatste stop zijn we nog in een inham geweest. Hier moest je van de boot in het water springen. Ik had de terugweg het gevoel dat ik levend verbrand werd, maar dit viel uiteindelijk reuze mee.
Donderdag zijn Mies en ik naar Kos-stad gegaan met de bus. Dit is een gezellig stadje. Rob en Ilse hebben voor de verandering weer een boottocht gehad. Dit keer hadden ze uitgebreid de mogelijkheid om te snorkelen. Dat lukte de vorige keren niet echt.
Vandaag hebben we een auto gehuurd en hebben we het hele eiland verkend. Na een hoeveelheid bergen en ruïnes te hebben gezien, zijn we uiteindelijk bij het mooiste strand van Kos aangekomen. Paradise beach. Het was hier rustig en je kon er ook nog eens goed snorkelen.
Morgen hebben we de auto ook nog en gaan we naar een natuurlijke thermische warmwaterbron. Het water is daar tussen de 40 en 60 graden en ligt naast de zee, zodat je daar lekker kunt afkoelen. De dag daarna gaan we weer naar huis.